De Aanslag

 Beschrijving

 

Schrijver: Harry Kurt Victor Mulisch

Titel: De aanslag

Druk: 50ste Druk

Uitgever: De bezige bij

Jaar: 2007

Plaats: Amsterdam

Jaar van eerste druk: 1982

Aantal pagina’s: 348

Motto:

Overal was het al dag, maar hier was het nog nacht, neen, meer dan nacht.

C. Plinius Caecilius Secundus

Epistulae, VI, 16

Indeling: Ingedeeld in episodes die op hun beurt weer onderverdeeld zijn in hoofdstukken .

Proloog

Episode 1(1945)

Episode 2(1952)

Episode 3(1956)

Episode 4(1966)

Episode 5(1981)

 

 

 

 

Samenvatting van de inhoud:

 - proloog Aan de rand van Haarlem staan langs het Spaarne vier villa's. In "Buitenrust" woont Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer Peter. Links van hun woont de familie Beumer 
in "Welgelegen", rechts van hun woont in "Nooitgedacht"Karin Korteweg met haar vader. En daarnaast woont het echtpaar Aerts in "Rustenburg". 

- episode 1 (1945). Wanneer op een avond in januari 1945 de familie Steenwijk een spelletje zit te doen, wordt buiten NSB'er en politieman Fake Ploeg sr. neergeschoten voor het huis 
van de buren. De buren leggen het lichaam voor het huis van de fam. Steenwijk. Als Peter daarop het lichaam weer teruglegt, arriveren de Duitsers. Dezen pakken Anton en zijn ouders 
op. Peter vlucht weg. Het huis wordt in brand gestoken. Anton brengt die nacht door op het politiebureau in een cel samen met een vrouw die later één van de daders van de aanslag blijkt 
te zijn. De volgende dag wordt naar Anton naar Amsterdam gebracht, waar hij wordt opgehaald door zijn oom. 

- episode 2 (1952). Anton wordt opgevoed door zijn oom en tante. Na de oorlog blijkt dat zijn ouders en Peter de nacht van de aanslag zijn doodgeschoten. Anton reageert beheerst. Als hij 
in het tweede jaar van zijn Medicijnen-studie zit, wordt Anton uitgenodigd voor een feestje in Haarlem. Hij is daar na de aanslag niet meer geweest. Hij verlaat het feestje vroegtijdig en brengt een bezoek aan de familie Beumer en aan het monument in de straat. 

- episode 3 (1956). Na zijn studie gaat Anton zich specialiseren in anesthesie. Als hij op een avond naar huis gaat, komt Anton in een demonstratie tegen de communistische inval van de 
Russen in Hongarije terecht. Hij ontmoet dan Fake Ploeg jr. Hij nodigt hem binnen en daar ontstaat een felle discussie over de schuldvraag naar de dood van Fakes vader en Anton zijn 
ouders. Fake vindt dat de communisten schuld hebben aan alles. Als Anton hem tegenspreekt, gooit Fake een steen naar een spiegel. Die valt uiteen en dan ontploft ook de oude kachel in de kamer (dit doet denken aan het kapotslaan en het in brand steken van het huis van de fam. Steenwijk in 1945). 

- episode 4 (1966) Anton is inmiddels afgestudeerd als anesthesist en hij is getrouwd met Saskia. Ze hebben een dochter, Sandra. Begin juni 1966 wordt een oud journalist begraven. Op de begrafenis ontmoet Anton Cor Takes. Cor was één van de daders van de aanslag. Cor vertelt over zijn vriendin Truus Coster, zij blijkt degene te zijn met wie Anton in de cel zat. Anton gaat in op de uitnodiging van Cor om een keer bij hem langs te komen. Als hij daar een foto van Truus ziet, valt hem op dat die dezelfde uitstraling heeft als Saskia. Anton verlaat met 
Cor met het beeld van Truus in zijn hoofd dat hij nooit meer zal vergeten. 

- episode 5 (1981) Anton is gescheiden is hertrouwd met Liesbeth. Ze hebben een zoon Peter. Met Sandra bezoekt hij het monument en de grafplaats van Truus. Op 21 november komt hij in 
een vredesdemonstratie Karin Korteweg, zijn vroegere buurmeisjes, tegen. Zij vertelt hem dat Peter in hun huis is doodgeschoten. Ook vertelt zij dat ze het lichaam van Ploeg verlegt hebben, omdat meneer Korteweg bang was voor zijn hagedissen. Ze hebben het lichaam niet voor de andere buren gelegd, omdat daar Joden in huis waren. Toen meneer Korteweg later hoorde van de represaillemaatregelen, pleegde hij in 1948 zelfmoord. Alle stukjes vallen nu op hun plaats en Anton laat Karin achter en loopt samen met zijn zoon Peter weg. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Structuurelementen

 

Tijd: Het verhaal speelt zich af vanaf 1945 tot 1981, Het verhaal neemt dus 36 jaar in beslag.  Het verhaal is chronologisch verteld met veel terugblikken. In het bijzonder  naar de aanslag in 1945, Vooral in gesprekken met alle andere personen die op de een of andere manier bij de aanslag betrokken waren. Het verhaal is niet continu verteld, elke episode verteld een korte periode uit zijn leven die betrekking heeft op de aanslag. De tijd tussen deze periodes, die vaak meerdere jaren is, wordt niet verteld.

Plaats:

De plaatsen waar de omgeving het meeste invloed heeft op de gebeurtenissen zijn.

Haarlem: In de oorlog woont Anton in Haarlem. Hier vindt de aanslag plaats. Als hij later terugkomt in Haarlem, heeft de plek grote invloed op hem. Hij herbeleefd de aanslag en dit doet hem pijn.

De donkere cel: Deze plaats staat in contrast met de gebeurtenis die daar plaats vind, hij ontmoet daar namelijk een vrouw voor wie hij de rest van zijn leven iets voelt, hij trouwd zelfs onbewust een vrouw die hem aan haar doet denken. Dit zou dus in een vrolijke ruimte plaats moeten vinden, maar het vindt plaats in een donkere cel.

Amsterdam 1956: Tijdens de demonstraties tegen het communisme komt Anton Fake Ploeg Jr. weer tegen, hier staan de demonstraties op de achtergrond in overeenstemming met de ruzie die Anton en Fake maken.

De begraafplaats : Op het kerkhof hebben zij het over Truus Coster die overleden is, hierom moeten zij huilen, de plaats is dus in overeenstemming met de gebeurtenis.

 

 

Personen:

De hoofdpersoon is Anton Steenwijk. Het verhaal gaat over Anton’s leven dus zijn uiterlijk veranderd, toch kan door het hele verhaal heen iedereen hem herkennen. Dit wijst erop dat hij altijd toch een beetje dezelfde uitstraling houd. Wat zijn persoonlijkheid betreft veranderd deze in het verhaal van die van een jongen van 12 die ondanks de oorlog een gelukkig rustig leventje leidt, tot de aanslag waardoor hij getraumatiseerd wordt, dit kan je het duidelijkst merken aan het feit dat hij in zijn hele verdere leven  maar 2 keer terug komt in Haarlem. De rest van het verhaal is hij een beetje neerslachtig. En hoewel hij dit de eerste paar jaar niet toe wil geven wil hij graag precies weten wat er die avond van de aanslag gebeurt is.

Peter Steenwijk: Broer van Anton. Op de avond van de aanslag wil hij het lijk verleggen, maar hij wordt betrapt en vermoord. Het was een heel moedige actie, dus hij zal wel erg moedig zijn.

Saskia Steenwijk: Anton's eerste vrouw. Zij lijkt erg op de vrouw waarmee hij in de cel zat. Na hun scheiding blijven ze erg goede vrienden.

Sandra Steenwijk: Dochter uit zijn eerste huwelijk. Ze kan erg goed met haar vader opschieten en is een typische jongere uit die tijd. Ze doet mee aan allerlei demonstraties en heeft een vriend waarmee ze samen in een kraakpand woont.

Liesbeth Steenwijk: Tweede vrouw van Anton, verder kom je niks over haar te weten.

Peter Steenwijk: Anton's zoon uit zijn tweede huwelijk. Waarschijnlijk is haar vernoemd naar zijn broer, misschien als eerbetoon.

Truus Coster: de vrouw die bij Anton in de cel zat. Hij heeft haar nooit gezien, maar hij herkent haar wel op een foto. Zij was één van de daders van de aanslag. Zij bepaalt zijn gehele leven, zelfs de keuze van zijn vrouw. Hij heft altijd een soort liefde voor haar gevoeld maar het nooit echt geweten, hij moet huilen als hij jaren later hoort dat zij dood is.

Cor Takes: Anton ontmoet hem toevallig op een begrafenis. Cor vertelt hem alles over de aanslag. Ook nodigt hij hem uit bij hem thuis om een foto van Truus te bekijken, hij ziet dan gelijk dat zij dezelfde uitstraling als Saskia heeft.

 

Fake Ploeg Sr.: de NSB'er die doodgeschoten werd omdat hij samenwerkte met de Duitsers en anders nog veel meer had vermoord.

Fake Ploeg jr.: zoon van Fake Ploeg. Hij beschermt zijn vader steeds, waardoor Anton inziet dat ook Fake slachtoffer is.

Karin Korteweg: Zijn vroegere buurmeisje. Hij praat op het laatst van het verhaal met haar over waarom zij het lijk nou naar hun toe had gesleept en niet naar de andere buren en komt er dan achter dat de andere buren een joods gezin verborgen.

 

 

 

 

 

 

Perspectief:

Het verhaal is geschreven in een enkelvoudig verhaalperspectief.

 

Verhaalconventie:

Het genre is: Oorlogsroman

Het is een realistisch verhaal, het is gebaseerd op de gruwelen uit de 2de wereldoorlog, die soms wel onwerkelijk overkomen, maar die allemaal echt zijn gebeurt. Wat er vervolgens allemaal gebeurt is allemaal reëel.

Stijl:

Het boek is redelijk makkelijk te lezen. De zinnen zijn over het algemeen redelijk lang en er komen veel bijvoeglijke naamwoorden voor, maar het is allemaal heel helder. Ook de vele dialogen in het boek komen allemaal heel natuurlijk en helder over.

Bedoeling

 

Titelverklaring:

Met de titel, de aanslag, wordt verwezen naar moord op Fake Ploeg en alle gevolgen. Dit is een erg logische titel, omdat de rest van het boek eigenlijk gaat over hoe alle betrokkenen de aanslag beleefd hebben en vooral over hoe Anton Steenwijk de traumatiserende gebeurtenis verwerkt heeft.

Mottoverklaring:

Het Motto heeft betrekking op de uitbarsting van de Vesuvius en de gevolgen voor Pompeï. Er wordt mee bedoeld dat de uitbarsting, of in dit geval de aanslag, heel Pompeï, of in dit geval Anton’s leven verduisterd.

Motieven:

Dobbelstenen

Stenen

As

Kruidnagel

Vuur

Spiegel

Aanslag

Leidmotieven/herhalingen:

Liefde

Haat

Duister

Schuld

Herinneringen

Zoektocht

Toeval

Thema:

Schuld

Idee:

Iedereen is schuldig aan zijn of haar daden en niet iemand anders.

Schrijver

Harry Kurt Victor Mulisch (Haarlem, 29 juli 1927 - Amsterdam, 30 oktober 2010) was een van de grote 3 Nederlandse naoorlogse schrijvers.

Harry Mulisch behoorde tot de Magisch-mythisch stroming, hoewel het boek, de aanslag, hier niet toe behoorde. Ik zou zelf zeggen dat dit boek tot de ´Realisme stroom´ behoord.

Harry Mulisch schreef de aanslag halverwege zijn carrière. 

Het verband tussen zijn werk en zijn leven, was dat veel hij over de oorlog schreef, die veel invloed op hem heeft gehad. Dit kan jij bijvoorbeeld zien aan het feit dat in De aanslag de hoofdpersoon in Haarlem is geboren en een groot deel van zijn leven in Amsterdam leeft. Dit was ook het geval bij Harry Mulisch.

Prijzen:

1951 – Reina Prinsen Geerligsprijs voor archibald strohalm

1957 – Bijenkorf-literatuurprijs voor Het zwarte licht

1957 – Anne Frank-prijs voor archibald strohalm

1961 – Athos-prijs voor zijn gehele oeuvre

1961 – ANV-Visser Neerlandia-prijs voor Tanchelijn

1963 – Vijverbergprijs voor De zaak 40/61

1977 – Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre

1977 – Cestoda-prijs

1977 – P.C. Hooft-prijs voor zijn gehele oeuvre

1986 – Diepzee-prijs voor De aanslag

1993 – Multatuliprijs voor De ontdekking van de hemel

1993 – Mekka-prijs voor De ontdekking van de hemel

1995 – Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn gehele oeuvre

1999 – Libris Literatuur Prijs voor De procedure

1999 – Prix Jean Monnet de Littérature Européenne voor De ontdekking van de hemel

2003 – De Inktaap voor Siegfried

2007 – Prix européen des jeunes lecteurs voor Siegfried

2007 – Eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam

2007 – Italiaanse Nonino-prijs voor literatuur

2007 – Beste Nederlandse roman aller tijden voor De ontdekking van de hemel

2009 – Gouden Eeuw Award voor zijn gehele oeuvre

Beoordeling:

Op zich vind ik het onderwerp de tweede wereldoorlog wel interessant, grotendeels omdat het zo´n groot effect heeft gehad op het huidige Europa, maar ik vond het in het boek behandelde aspect van het onderwerp niet heel boeiend. Het onderwerp werd echter wel goed behandeld en daardoor boeide het mij nog wel redelijk. De belangrijkste gebeurtenis van het boek was de aanslag zelf, hier gaat namelijk het hele verdere boek over. Ik vond de gebeurtenissen een beetje saai, dit kan deels komen omdat ik de film al had gezien en dus wist wat er ging gebeuren, maar los daarvan denk ik dat het gewoon geen hele spannende gebeurtenissen waren. De personen waren allemaal levensecht en spanning tussen enkele van hen, was heel duidelijk te merken. Alle personen in het boek waren eigenlijk een beetje stereotypisch, de verzetsveteraan die de rest van zijn leven nog in zijn hoofd bezig is met de oorlog. De oude buurvrouw die hem altijd een ´kaakje´ aanbiedt. Ik vond het verhaal vrij eenvoudig te lezen, dit komt denk ik deels doordat het grotendeels chronologisch wordt verteld en dat het eigenlijk allemaal over de aanslag gaat. Er zaten geen delen in het boek die bijzonder saai of bijzonder spannend waren, Omdat alles eigenlijk ging over de aanslag die al gebeurt was. Ook was het eenvoudig te lezen door het eenvoudige taalgebruik. Met name de gesprekken waren heel erg natuurlijk en deze kwamen erg veel voor. Ik had de film van te voren al gezien, dus ik kon me heel goed inbeelden hoe alles eruit zag. Ik ook dat hij heel mooi taalgebruik heeft gebruikt. De beeldspraak is heel sprekend, vooral mooi vind ik het einde:´zijn schoenen sloffen en het is net of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is.´ wat verwijst naar dat hij een spoor van verdriet achterlaat, hoewel je dat niet kan zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Extra opdracht

Pagina 103/104: Zijn oom placht altijd even aan te kloppen t/m Het sprak natuurlijk vanzelf, zei hij, dat Anton nu verder hier kon blijven wonen. A

Pagina 106: Als geen goede leerling en geen slechte doorliep hij het gymnasium en ging medicijnen studeren A

Pagina 145: Als geen goede student en ook geen slechte vervolgde hij zijn studie. Toen hij na zijn kandidaatsexamen in 1953 op kamers in het centrum ging wonen en het huis aan de Apollolaan verliet, betekende dat een nieuwe datum in zijn leven. A

Pagina 147: Zijn oom zei dan, dat hij ook student was geweest.

               In 1956 deed hij doctoraal en begon voor zijn artsenexamen te werken, als coassistent in een aantal ziekenhuizen. B

Pagina 180: Een enkele keer moest hij langs de barak, waar eens ´Lazarett´ bij had gestaan; maar dat hij dan aan Schulz dacht, die daar stervend of al dood naar binnen was gedragen, kwam steeds minder voor.

               Zijn eerste vrouw ontmoette hij in 1960 tijdens zijn kerstvakantie in Londen. B

Pagina 187: Hij had gelachen toen hij dat zei, maar hij kwam niet, ofschoon hij toch groter uitdagingen had getrotseerd.

               De begrafenis was in een dorp ten noorden van Amsterdam. Zij parkeerden de auto aan de rand en wandelden zwetend in hun donkere kleren naar de kleine kerk. B

Pagina 11: Pas toen hij het later aan zijn eigen kinderen vertelde, besefte hij , in wat voor tijden hij nog had geleefd, alleen in films over Afrika en Azië waren zulke dingen nog te zien. C

Pagina 19: ´s Middags had hij een uur in de rij gestaan bij de centrale keuken in de kleuterschool. Pas toen het al donker wed, kwam de handkar met de ketels de straat in, beschermd door een politieagent met een geweer op zijn rug, Nadat zijn kaarten waren geknipt, kreeg hij vier pollepels waterige soep in zijn meegebrachte pan. Ov4r de landjes op weg naar huis had hij maar weinig van de warme, zurige smurrie gesnoept. C

Pagina 46: ´das genügt,´ zij hij even later; - en pas veel later, toevallig, tijdens zijn studie, zou Anton te weten komen dat hij aan haar loop dacht te kunnen zien of zij joods was. C

Pagina 259: Al toen hij een jongen van elf of twaalf was had hij gefantaseerd, dat hij in Haarlem de mensen zou zien lopen als hij de kaart van Nederland onder een microscoop legde / en deed hij het in de tuin, hij zou zichzelf zien, gebogen over een microscoop. C

 

Het verhaal wordt ingedeeld in 5 tijdsperiodes die verspreid liggen over 36 jaar, deze 5 episodes gaan allemaal maar over een korte tijd. De lange tijd die tussen de tijdsperiodes ligt worden overgeslagen, omdat deze niks met de aanslag te maken hebben. Het verhaal is dus totaal niet continu, het verhaal is wel overwegend chronologisch, want hoewel alle gesprekken over het verleden gaan worden ze wel zo geschreven dat je wel in de  huidige tijd blijft. De momenten dat het verhaal teruggaat in de tijd is dat hij de aanslag herbeleefd. Dit is fijn lezen om dat je dan niet de hele tijd hoeft om te schakelen. Wel is het soms lastig dat de schrijver zulke enorme sprongen maakt in tijd, op het ene moment is student, op het volgende getrouwd met kind en weer op het volgende moment is hij getrouwd met een andere vrouw en heeft hij een ander kind. De vooruitwijzingen die enkele keren voorkomen zijn vaak kort en eenvoudig, hier heb je ook geen last van tijdens het lezen terwijl het je wel informatie verschaft als: hij gaat studeren en hij krijgt kinderen.

Over het algemeen wordt er veel woorden voor weinig tijd gebruikt, met enkele uitzonderingen, om vervolgens een hele lange tijd over te slaan. Dit heeft tot gevolg dat je niet altijd door hebt wat er allemaal veranderd is, waardoor je soms aangenaam, soms onaangenaam, voor verrassingen komt te staan.

Verder heeft Mulisch mooi gebruik gemaakt van de opstanden en demonstraties in de jaren 60 en 70 door daar ook 2 episodes zich af te laten spelen. Hierdoor krijg je als lezer een goed beeld van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Dit is heel belangrijk, want die tij wil nog wel eens een grote stap vooruit nemen.

Al met al vind ik dus dat de schrijver goed met de tijd omgaat. 

 

  

 

Chris Kapinga

V4C

11/1/2012